Scoort de plofkip wel zo goed op milieugebied?
Door: Marianne van Buitenen
Biologische
kippen groeien niet snel genoeg. Ze hebben meer ruimte nodig dan plofkippen, en hebben die ruimte dan ook nog eens langer nodig dan hun snelgroeiende soortgenoten. Verder heeft de langer levende biologische kip meer voer nodig. Dat betekent dus méér
grond, meer grondstoffen en ook meer uitstoot van broeikasgassen.
Aalt Dijkhuizen, topman van de Universiteit van Wageningen, is van menig dat biologische kippen slechter voor het milieu zijn dan plofkippen. In een
artikel van de Telegraaf, noemde hij de plofkipacties van Wakker Dier dan ook ’merkwaardig’.
Tja, als we het dierenwelzijn even
helemaal buiten beschouwing laten, dan lijkt de heer Dijkhuizen een punt te hebben. Want meer bewegingsvrijheid voor kippen vraagt inderdaad om meer grond, het langere leven van een biologische kip vraagt meer voer en er is meer uitstoot van broeikasgassen.
Wanneer je het op die manier bekijkt, verloopt het leven van de biologische kip lang niet zo 'efficiënt' als dat van de plofkip.
Ecologisch evenwicht
In
het korte leven van de plofkip, gebeuren echter ook dingen die allesbehalve milieuvriendelijk en/of duurzaam zijn. Er wordt aan deze kippen (zo ongeveer standaard) veel antibiotica gegeven. Dat is op zich al niet goed voor de volksgezondheid, omdat daardoor
het gevaar van resistente bacteriën wordt vergroot.
Verder worden de plofkippen -zoals tegenwoordig vrijwel al het vee in de Nederlandse vleesindustrie- gevoerd met genetisch gemanipuleerde soja en mais. De teelt van deze gewassen, in gigantische
monoculturen waarbij veel bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt wordt, put landbouwgronden in een angstwekkend snel tempo uit. Het ecologisch evenwicht komt daardoor steeds verder onder druk te staan, ook dat staat volkomen haaks op duurzaamheid.
Bovendien
is er veel twijfel over de veiligheid van GMO’s, voor de gezondheid van mens, dier en het milieu. Vanwege deze onduidelijkheid, hebben al meerdere landen besloten om de teelt en de invoer van deze gewassen te verbieden. Vrij recent recent gebeurde
dit ook in Kenia.
Onnatuurlijk snelle groei
Wanneer
we dan toch maar even naar het dierenwelzijn kijken, moeten we concluderen dat plofkippen een ronduit miserabel leven leiden. In slechts zes weken tijd, moet een pas uit het ei gekomen kuikentje van ongeveer 50 gram, worden vetgemest tot vleeskip van 2½
á 3 kilo. Bekijk hier het verschil tussen een biologische kip van ruim 5½ week oud (940 gram) en een plofkip van dezelfde leeftijd (2.900 gram).
Door deze
onnatuurlijk snelle groei, kan het dier al snel niet goed meer lopen. De gewrichten worden pijnlijk en vaak hebben ze zelfs moeite om bij de voerbak te komen. Vele kuikens liggen meer dan dat ze staan of lopen, waardoor ze in aanraking komen met de uitwerpselen
die op de bodem liggen. Dat veroorzaakt regelmatig zweren op de pootjes en de borst. Plofkippen die zonder enige bewegingsruimte in donkere schuren leven, GMO voedsel en antibiotica krijgen én binnen zes weken slachtrijp moeten zijn, hebben het
zwaar… héél erg zwaar te verduren!
De mest is voor ons…
Vele malen beter voor het milieu zou zijn: Veel, maar dan ook véél
minder kippen fokken in Nederland!
Dat zou geweldig goed zijn voor het milieu, het dierenwelzijn én het kost minder grond. Volgens een artikel van nrc next, blijkt dat er in 2010 maar liefst 464.732.000 vleeskuikens werden geslacht in ons land. Het overgrote deel van deze plofkippen, ongeveer 65%, wordt geëxporteerd. Het komt er dus op neer dat in ons kleine en overbevolkte landje,
enorm veel ruimte wordt gebruikt voor miljóenen plofkippen… die wij zelf helemaal niet nodig hebben!
Bovendien produceren deze voor de export bestemde plofkippen met z´n allen een onvoorstelbare hoeveelheid mest. Nederland moet die
immense hoeveelheid mest maar zien te verwerken wanneer de kippen zijn geëxporteerd, want dat blijft allemaal in ons land achter.
Export naar Afrika
Oké,
misschien moeten we wel extra veel kippen fokken en bestemmen voor de export, er is immers een groot tekort aan voedsel in de wereld. Per slot van rekening komen er nog steeds mensen om van de honger. Daar wil je als rijk westers land toch iets aan doen, ook
al is dat niet zo gunstig voor ons milieu.
Europa exporteert bijvoorbeeld heel veel kip naar Afrika, bijna één derde van die export is afkomstig uit Nederland. Dat is prachtig, zou je denken, want in Afrika leiden
nog steeds heel veel mensen honger. Toch is het niet zo mooi als het lijkt, want al járenlang verwijten ontwikkelingsorganisaties de westerse landen dat ze de pluimvee-industrie in Afrika kapot te maken!
Citaat uit de Volkskrant: “De oorzaak ligt in de jaren tachtig. Veel Afrikaanse landen werden toen in ruil voor steun van het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) gedwongen de economie te liberaliseren en hun grenzen open te stellen
om concurrerender te worden. Dit leidde tot een enorme invoer van goedkope westerse producten waaronder ook kippen- en varkensvlees. Dankzij subsidies konden Westerse exporteurs hun kippenvlees aanbieden voor de helft van de prijs van in het land zelf geproduceerd
kippenvlees. In 1992 was nog 95 procent van al het kippenvlees in het land nationaal geproduceerd, in 2002 was dat nog maar 11 procent”.
De biologische kip
Plofkippen
zijn dus eigenlijk helemaal niet zo goed voor het milieu. We hebben in Nederland véél minder kippen nodig, dan er op dit moment worden gefokt. Dat kost ons land onnodig veel ruimte, veel grondstoffen en het veroorzaakt ook nog eens extra
veel uitstoot van broeikasgassen.
Kortom, de plofkip heeft bijzonder weinig met duurzaamheid te maken en al helemaal niets met dierenwelzijn, daar hebben we de biologische kip voor nodig!
Januari 2013